Hoe laat je een baby doorslapen?

Hun baby 's nachts laten (door)slapen is één van de grootste uitdagingen voor ouders. Pasgeboren baby’s moeten om de paar uur wakker worden om te eten. Naarmate de baby groeit, heeft hij of zij die nachtelijke voedingen echter minder nodig. Dit is meestal het punt waarop ouders verwachten dat hun baby's de hele nacht door zullen slapen. Dat loopt uiteraard wel eens anders, zodat ouders uitgeput wanhopend op zoek gaan naar oplossingen. Weetje: slapen is een aangeleerde vaardigheid. Je baby leren slapen is dus de truc om vervolgens je baby te leren dóórslapen. Wij hopen wanhopige ouders te helpen met onderstaande tips.

1. Volg een slaapschema Het is essentieel dat jouw baby overdag genoeg slaap krijgt om hem of haar voor te bereiden op de juiste hoeveelheid nachtrust. Een pasgeboren baby kan nog geen onderscheid maken tussen dag en nacht en slaapt gewoon de klok rond. Naarmate ze ouder worden, gaan ze langere periodes slapen, waarbij de langste rukken 's nachts plaatsvinden. Wanneer ze overdag te veel of juist te weinig slapen, zullen ze oververmoeid raken en ook 's nachts minder goed slapen.

2. Kies een vaste bedtijd Je baby later naar bed brengen in de hoop dat hij of zij later in de ochtend wakker zal worden, zal waarschijnlijk niet werken. Als je een schema volgt, is het belangrijk om jouw kleintje op een regelmatig tijdstip naar bed te laten gaan om ze op het goede spoor te houden. Onthoud dat pasgeborenen geen vaste bedtijd hebben, omdat ze gewoon slapen wanneer dat nodig is. Echter kun je rond de leeftijd van 3 maanden beginnen met het vaststellen van een gezonde bedtijd om het slaapschema te begeleiden. Een gebruikelijke bedtijd is tussen 7 en 8 uur ‘s avonds.

3. Creëer een bedtijdritueel Niet alleen zal je kleintje gerustgesteld worden door de routine, ook zal het een signaal worden dat het tijd is om naar bed te gaan. Begin met een lekker, ontspannend bad; warm water is zowel rustgevend als slaapverwekkend. Volg met een verhaaltje, knuffels of slaapliedjes. Eindig met een volledige voeding. Als je baby winderig is, kun je de voeding voor het slapengaan naar eerder in de routine verplaatsen.

4. Zorg voor een rustgevende sfeer Houd de kamer op een aangename temperatuur (tussen de 16 en 20 graden), zorg ervoor dat het donker blijft en probeer wat witte ruis toe te voegen. De zachtste geluiden kunnen je baby 's nachts storen. De witte ruis zorgt voor een consistent, rustgevend geluid waarmee ze in slaap kunnen vallen en het zal alle andere geluiden in huis overstemmen.

5. Begin met het afbouwen van nachtvoedingen Zodra een baby 5 of 6 maanden oud is, kun je de nachtvoedingen langzaam gaan afbouwen. In veel gevallen wordt voeden een slaapassociatie. Dat dat niet meer nodig is, wil niet zeggen dat je baby het niet meer wil. Bouw het rustig af, ga van 3 uur per voeding naar 4 of 5 en blijf dit uitstelproces herhalen totdat de baby het oppakt en de voeding soepel weggelaten kan worden.

6. Leer je baby om zichzelf te kalmeren Als je baby midden in de nacht wakker wordt en om je huilt, is het altijd goed om bij hem of haar te gaan kijken. Probeer echter je tijd met je baby te beperken. Maak duidelijk dat het nog steeds tijd is om te slapen, niet om te spelen of te eten. Dit kan helpen om verlatingsangst te verminderen, de slaapassociatie te doorbreken van een baby die moet worden vastgehouden om weer in slaap te vallen en het leert je baby om zichzelf te kalmeren. Bouw langzaam het contact af tot het punt dat enkel je aanwezigheid genoeg is.

7. Vermijd ’s nachts een wakkere toestand Sla indien mogelijk midden in de nacht grote veranderingen over, omdat ze de baby in wakkere toestand kunnen brengen. Als je de luier 's nachts echt moet verschonen, doe dat dan zo snel als het gaat met de lichten gedimd en praat zo min mogelijk.

8. Wees geduldig Als jouw baby eerder de hele nacht doorsliep en dit plotseling stopte, kan dit een slaapregressie of een groeispurt zijn. Groeispurten duren meestal maar een paar dagen, voordat de baby weer terugkeert naar zijn of haar normale ritme. Slaapregressies, inclusief de beruchte slaapregressie van rond de 4 maanden, duren meestal 1-4 weken. Wees geduldig in tijden als deze en haal houvast uit het feit dat het slechts tijdelijk is.

Soms lijkt het alsof het nooit goed zal komen, maar wees gerust: dat komt het wél! Baby’s maken vooral in hun eerste jaar enorm veel groeiprocessen door en leren elke dag weer nieuwe dingen. Slapen is daar een groot onderdeel van en heeft nu eenmaal wat tijd nodig. Met onze tips kom je hopelijk sneller tot het punt waarop zowel baby als ouders de hele nacht door kunnen slapen. Welterusten!